EV8 Valencia – Girona | Etappe 5

Van verdwalen in de delta tot illegaal kamperen – spanning en sensatie tijdens etappe 5

Is dit zo’n droom waarin je verdwaald bent in een doolhof en de uitgang niet kunt vinden? Nee hoor, je bent in Spanje. Welkom in de Ebro delta! Het gebied dat je wel binnenkomt, maar nooit meer kunt verlaten…


Of nou ja, nooit meer? Het is ons uiteindelijk natuurlijk wel gelukt, maar etappe 5 van onze fietstocht in Spanje begon toch met enige frustratie. Die Ebro delta is namelijk een groot moeras met meer sloten en kanalen dan wegen. Bovendien loopt de helft van die wegen ook nog eens over privéterrein – waar wij achter kwamen, toen we werden weggestuurd. Of de paden worden bevolkt door agressief kijkende paarden (ja, die bestaan!), waardoor je ook liever rechtsomkeert maakt. Al met al niet echt lekker fietsen dus.

Etappe 5 al en nog niets geleerd

Gelukkig is het met de Ebro delta hetzelfde als met die nachtmerrie over dat doolhof: ook die blijft niet eeuwig duren. We hebben wat extra kilometers gemaakt, maar uiteindelijk konden wij de delta achter ons laten en pakten we bij l’Ampolla de EV8 weer op. Lekker langs de Middellandse Zee fietsen. Nice, dachten wij. Nu zijn we er vast snel, dachten wij.

Hahahaha.

Ja oké, waarom we ook op onze 5de fietsdag niet beter wisten, is een raadsel. Want lekker chill de EV8 fietsen? Dat kan natuurlijk nooit lang goed gaan!

EV8 Valencia - Girona | Etappe 5 - fietsen in de Ebro delta

Halsbrekende afdaling

We slingeren door de bebouwde kom van l’Ampolla en volgen de spoorlijn waarover we een paar dagen terug nog richting in het zuiden denderden. We zien de zee rechts van ons flonkeren, ruiken de pijnbomen en puffen af en toe een helling op, maar zoeven een paar kilometer weer lekker de heuvel af. En af en af en af…

‘Merijn, stop maar en stap maar af!’ roep ik naar de jonge vakantiefietser voor mij. En dat zeg ik niet voor niets, want de helling gaat niet meer van ‘o wat roetsjen we lekker naar beneden’, maar heeft meer het niveau ‘nog steiler naar beneden en je slaat over de kop’. Echt, ik zie het al helemaal gebeuren! Dus stappen Merijn en ik af en lopen de 25% (!) helling naar beneden, druk knijpend in onze remmen om te zorgen dat onze fietsen er niet zonder ons vandoor gaan.

Maar Bregje? Die rolt rustig de heuvel af en staat ons beneden op een idyllisch kiezelstrand op te wachten alsof ze dagelijks dit soort afdalingen doet. Kan ik haar ergens aanmelden voor het Olympische onderdeel ‘hysterisch steile hellingen af fietsen’?

En we lopen maar weer wat

Zo’n strand is natuurlijk de perfecte plek voor een korte break. Niet alleen omdat het fijn is om iedere 10 kilometer even een pauze in te lassen of om van het mooie plekje te genieten, maar ook om ons af te vragen wat de EV8 in godsnaam nu weer van plan is. Aan de overkant van het strand gaat het pad verder. Recht omhoog over een wandelpad vol rotsblokken.

Ja hoor EV8, wat flik je ons nou weer?!

Dat zien we echt niet zitten, maar gelukkig hoeft dat ook niet. Er is namelijk nog een tweede optie en dat is de donkere tunnel annex waterafvoer die onder de spoorlijn en de snelweg loopt richting een bergweggetje. Het ziet er niet heel aantrekkelijk uit, maar er zijn al een aantal auto’s doorheen gereden, dus we weten dat het begaanbaar is en ook niet ergens halverwege doodloopt. Bovendien staat er geen water in (op wat plassen na), dus we durven het er wel op te wagen.

Aan de andere kant stuiten we op een helling van 15%. Omhoog…

Dat wordt dus weer lopen, maar inmiddels zijn we daar echt heel bedreven in geworden. En dat is maar goed ook, want als we weer terug op de officiële route zijn, blijkt deze door een drooggevallen rivierbedding te lopen. Staan we weer naast onze fiets. Behalve Bregje dan, want nou ja, iets met de Olympische sport ‘op onmogelijke paden fietsen’, dus.

EV8 Valencia - Girona | fietsen 15% helling

Wij gaan voor de bolletjestrui

Inmiddels hebben we een dikke 40 kilometer gefietst (gelopen?), dus het wordt wel eens tijd dat de route weer eens wat normale wegen neemt. Tot onze verbazing zijn de routemakers van de EV8 dat met ons eens. We fietsen door l’Ametlla de Mar en nog wat andere naamloze betonbebouwing langs de Spaanse kust.

Ik was nooit zo fan van die vakantiedorpen aan de Middellandse Zee, maar o, wat fietst het daar lekker. In die dorpjes ligt tenminste gewoon asfalt. Echt genieten dus.

Ook onze laatste 10 kilometer van etappe 5 gaan over asfalt, maar dat is wel even andere koek. We gaan de Coll de Balaguer over, een pas van 121 meter. En niet over een mooi, rustig landweggetje, maar over de vluchtstrook van de N-340. Lekker relaxed fietsen, maar niet heus. Gelukkig vinden ze in Spanje fietsers op de N-weg de normaalste zaak van de wereld, maar onze favo fietsplek is het niet.

Camping aan zee

Campings in Spanje: niet altijd gastvrij

Aan de andere kant van de pas verlaten we de N-340 om helemaal naar de Middellandse Zee af te dalen. Daar komen we aan bij camping Cala d’Oques die pal aan zee ligt. Daar willen wij ons tentje wel opzetten! Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.

De camping is – zeker in het voorseizoen – eerder een parkeerplaats voor (enorme) campers en de grond is zo hard als beton. Zelfs onze rotspinnen krijgen we met geen mogelijkheid de grond in. Een overwinterende Nederlander vertelt tegen Merijn (die altijd overal een praatje gaat maken) dat hij de haringen de grond in boort met een accuboormachine. Hè, waren we die nou net vergeten op onze fietsreis. Wat raar.

Maar natuurlijk zijn we niet voor 1 gat te vangen. De plaatsen aan het strand zijn de zogenaamde premium plaatsen waar je extra voor moet betalen. Hoefden we niet zo nodig te staan, maar daar is de bodem wél een stuk zachter. Dus hop, naar de premium plek en binnen een half uur staat de tent en hebben we ‘m ingericht.

Zal iemand merken dat wij hier illegaal op een duurdere plek bivakkeren…?

Spanje bulkt van de campings. Tenminste, als je op de juiste plek bent. In het Spaanse binnenland zijn de campings heel wat dunner gezaaid dan aan de kust. Toch kun je ook aan de costa’s er als fietskampeerder niet op vertrouwen dat je onderweg wel een camping tegen komt waar je je tentje mag opzetten.

In het hoogseizoen moet je natuurlijk rekening houden met volle campings, maar ook in het voor- en naseizoen kan het druk zijn met overwinterende kampeerders. Daarnaast hebben (te) veel campings het beleid dat je minstens 2 nachten moet blijven en als fietskampeerder is dat nou net wat je meestal niet wilt.

Wij wilden na etappe 5 eigenlijk kamperen op naturistencamping El Templo del Sol, maar daar waren we helaas voor 1 nachtje niet welkom. We hebben er van tevoren over gemaild en uitgelegd dat we op fietsvakantie waren en als enthousiaste naturisten graag wilden overnachten, maar echt niet dat ze mee wilden werken. Ook ter plekke even binnenlopen toen we voorbij kwamen gefietst, werkte niet. Minstens 2 nachten en anders hoepel je maar op.

Waarvan akte.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *